De verdachte heeft op 21 februari 2022 te Hoogvliet (Rotterdam) de confrontatie gezocht met een pakketbezorger uit onvrede dat hij een voor hem bestemd pakketje niet meer kon meekrijgen, nadat de pakketbezorger het pakketje op het adres van de verdachte door omstandigheden niet had kunnen bezorgen. Deze confrontatie is uitgemond in geweld. De verdachte heeft het slachtoffer met veel kracht in het gezicht geslagen, waardoor fracturen zijn ontstaan, en daarna een zeer harde trap gegeven, waardoor het slachtoffer ten val is gekomen. De val is het slachtoffer fataal geworden. De harde klap met het achterhoofd op het wegdek door deze val heeft geleid tot een schedelbasisfractuur en hersenletsel. Het slachtoffer is als gevolg van dit letsel op 1 maart 2022 overleden.

Het Haagse hof veroordeelt net als de rechtbank Rotterdam de verdachte voor zware mishandeling de dood ten gevolge hebbend. Het hof vindt niet bewezen dat de verdachte het slachtoffer opzettelijk om het leven heeft gebracht. Het hof heeft ook overwogen dat de verdachte zich niet kan beroepen op noodweer en dat hij dus strafbaar is voor het door hem uitgeoefende geweld. Het hof legt de verdachte een gevangenisstraf op van vijf jaar.