In maart 2018 zijn 2 verdachten voor het medeplegen van de moord op A. Wiegmink en opzettelijke brandstichting veroordeeld tot gevangenisstraffen voor de duur van 18 jaren. Dit was een veroordeling van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. In de zaak van de verdachte R. zijn hierbij verklaringen voor het bewijs gebruikt, die hij gedurende een undercovertraject heeft afgelegd. In deze verklaringen heeft de man toegegeven samen met zijn mededader de moord te hebben gepleegd. Verdachte R. heeft tegen deze uitspraak cassatie ingesteld, omdat hij stelt dat hij die verklaringen niet in vrijheid heeft afgelegd en dat zijn bekentenis vals is. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden vernietigd en heeft vervolgens bepaald dat het gerechtshof in Den Haag opnieuw onderzoek moet doen in deze zaak.