Voor het bewijs van de feiten heeft het Haagse hof met name gebruikgemaakt van onderschepte encryptiedata, uitgewisseld via SkyECC accounts. Het hof heeft alle verweren van de verdediging over onrechtmatige verkrijging van deze gegevens en over de onrechtmatigheid van de start van het onderzoek verworpen.
Het Openbaar Ministerie had in deze zaak negen jaar gevangenisstraf geëist en zag – net als de rechtbank maar anders dan het hof - bewijs voor het medeplegen van de smokkel door deze verdachte. De rechtbank had daarentegen voor het voorhanden hebben van cocaïne de verdachte vrijgesproken en had de verdachte ook tot zes jaar celstraf veroordeeld.