De verdachte is opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum, maar heeft daar geweigerd om mee te werken aan het onderzoek door een psychiater en een psycholoog. Zij hebben daardoor geen diagnose kunnen stellen bij de verdachte. Wel zien zij sterke aanwijzingen voor het bestaan van een persoonlijkheidsstoornis bij de verdachte, gebaseerd op zijn uitgebreide (justitiële) voorgeschiedenis van agressie, die met name gericht was op zijn (ex-)partners.
Het hof vindt het aannemelijk dat de verdachte inderdaad een stoornis heeft en ziet – ook gelet op zijn voorgeschiedenis – een reëel risico op herhaling van een gewelddadig delict. Daarom vindt het hof het onverantwoord dat de verdachte na het uitzitten van zijn gevangenisstraf onbehandeld zou terugkeren in de samenleving. Omdat behandeling onvoldoende in een ander kader kan plaatsvinden, legt het hof de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging op aan de verdachte.