Laden...

Haagse hof legt 15 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging op voor doodschieten ex-partner

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Den Haag > Nieuws > Haagse hof legt 15 jaar celstraf en tbs met dwangverpleging op voor doodschieten ex-partner
Den Haag, 12 november 2025

Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag een 47-jarige man veroordeeld voor het doodschieten van zijn ex-partner (‘femicide’). Het Haagse hof heeft hiervoor een gevangenisstraf van 15 jaar en tbs met dwangverpleging opgelegd. Dit strafbare feit vond plaats in de woning van het slachtoffer in Rotterdam op 26 december 2022, waar ook haar minderjarige kinderen aanwezig waren. Zij hebben hun overleden moeder zien liggen en werden door de verdachte gedwongen nog vele uren in de woning bij haar te blijven, wat voor hen zeer traumatiserend is geweest. Een van de kinderen moest van de verdachte zelfs de nacht doorbrengen in de kamer waar het overleden slachtoffer lag. Het hof rekent dit de verdachte zeer aan.

Geen voorbedachte raad

Ook de rechtbank had de verdachte veroordeeld. Daartegen waren de verdachte en de officier van justitie in hoger beroep gegaan. Net als de rechtbank veroordeelt het hof de verdachte voor doodslag, waar destijds maximaal vijftien jaar gevangenisstraf op stond. Die straf legt het hof ook op aan de verdachte. Het hof spreekt de verdachte vrij van moord, omdat niet kan worden vastgesteld dat hij met voorbedachte raad heeft gehandeld. Er kan namelijk niet worden vastgesteld, wat zich precies heeft afgespeeld in de woning direct voordat de verdachte het fatale schot loste.

Tbs met dwangverpleging

De verdachte is opgenomen geweest in het Pieter Baan Centrum, maar heeft daar geweigerd om mee te werken aan het onderzoek door een psychiater en een psycholoog. Zij hebben daardoor geen diagnose kunnen stellen bij de verdachte. Wel zien zij sterke aanwijzingen voor het bestaan van een persoonlijkheidsstoornis bij de verdachte, gebaseerd op zijn uitgebreide (justitiële) voorgeschiedenis van agressie, die met name gericht was op zijn (ex-)partners.

Het hof vindt het aannemelijk dat de verdachte inderdaad een stoornis heeft en ziet – ook gelet op zijn voorgeschiedenis – een reëel risico op herhaling van een gewelddadig delict. Daarom vindt het hof het onverantwoord dat de verdachte na het uitzitten van zijn gevangenisstraf onbehandeld zou terugkeren in de samenleving. Omdat behandeling onvoldoende in een ander kader kan plaatsvinden, legt het hof de maatregel van terbeschikkingstelling (tbs) met dwangverpleging op aan de verdachte.

Schadevergoeding

Zes nabestaanden van het slachtoffer hebben schadevergoeding gevorderd. Het hof wijst hun vorderingen grotendeels toe, tot een totaalbedrag van 295.000 euro. Het gaat om schade veroorzaakt door het verlies van een naaste (‘affectieschade’), schade als gevolg van een schokkende confrontatie met de gevolgen van het feit (‘schokschade’) en schade als gevolg van een zeer ernstige inbreuk op het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Dat laatste geldt voor de minderjarige kinderen van het slachtoffer die niet alleen hun moeder zijn kwijtgeraakt, maar ook hun vertrouwde omgeving: zij zijn elders ondergebracht en moeten nu noodgedwongen gescheiden van elkaar opgroeien.

Uitspraken