Het slachtoffer is de 38-jarige zoon van de overbuurman van de destijds 17-jarige verdachte. Laatstgenoemde zag vanuit zijn raam dat er ruzie ontstond tussen zijn overbuurman en een man. De verdachte wist niet dat deze man de zoon van de overbuurman was. Hij liep naar de mannen toe en greep in. Nadat er eerst over en weer verbaal agressief is gehandeld, heeft de verdachte het latere slachtoffer met de vlakke hand een flinke klap in het gezicht verkocht. Daarop is niet fysiek gereageerd. Verdachte is zijn huis weer binnengegaan, waar hij hoorde dat het slachtoffer op luide toon in een woordenwisseling met de moeder van de verdachte was verwikkeld. Hij heeft daarop een mes uit de keukenla gepakt en is weer naar buiten gelopen. Hij is op de man toegelopen en heeft hem met dat mes dodelijk geraakt.
Dit alles speelde zich af midden op een zomerse dag in een straat waar op dat moment veel mensen aanwezig waren, waaronder de jonge kinderen en de moeder van het slachtoffer. Deze zijn getuige geweest van het steekincident en zullen de rest van hun leven getekend zijn door wat ze hebben moeten meemaken. De Haagse buurt en de maatschappij in zijn algemeen zijn ernstig geschokt door dit gebeuren.
De rechtbank had eveneens 21 maanden jeugddetentie opgelegd, maar daarnaast een onvoorwaardelijke jeugd-tbs.
Bij de beslissing van het gerechtshof om een voorwaardelijke jeugd tbs op te leggen, heeft het hof mede gelet op hetgeen door de deskundige ter zitting in hoger beroep is gezegd en de rapporten en adviezen van de psycholoog, psychiater, Raad voor de Kinderbescherming en Jeugdreclassering over de persoon van de verdachte en de door hen gemaakte risicotaxatie en geadviseerde behandelmogelijkheden. De verdachte krijgt, naast andere voorwaarden, een ruim gebiedsverbod en moet een intensieve behandeling ondergaan.