Het Haagse hof komt tot een andere bewezenverklaring dan de rechtbank: doodslag. Het hof overweegt dat de verdachte weliswaar al enige dagen tot weken rondliep met het voornemen om een persoon of personen die hem zouden bedreigen met een mes te steken, maar dit voornemen was gericht tegen andere personen dan het slachtoffer. Niet bewezen kan worden dat verdachte de actie tegen het slachtoffer eerder heeft bedacht dan na de laatste les, terwijl hij naar buiten ging en daar het slachtoffer trof. Het hof acht dit tijdsverloop te kort om te kunnen spreken van kalm beraad en rustig overleg, zodat het hof de verdachte heeft vrijgesproken van moord.