Anders dan de rechtbank heeft beslist, vindt het hof bewezen dat de verdachte heeft gehandeld met voorbedachte raad. Dat komt doordat de verdachte het stanleymes die ochtend in zijn broekzak had gestopt, voordat hij naar de slaapkamer ging om het slachtoffer aan te spreken. Dit wijst erop dat hij van tevoren tijd heeft gehad om na te denken over het besluit haar te doden en dat ook heeft gedaan. Tijdens de gewelddadige confrontatie zijn er momenten geweest waarop hij met zijn plan had kunnen stoppen, bijvoorbeeld toen zijn mes afbrak en hij naar een andere ruimte ging. Dit deed hij bewust, om een nieuw wapen te halen om het slachtoffer alsnog mee te doden. Bovendien heeft het hof vastgesteld dat de verdachte in de 20 minuten voordat het slachtoffer uit het raam viel een schuif op de voordeur heeft gedaan, om te verhinderen dat zij kon vluchten. Ook dat wijst erop dat de verdachte niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Dit betekent dat sprake is van moord in plaats van doodslag.