Laden...

Straf opgelegd voor voorbereiden aanslag met terroristisch motief

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Den Haag > Nieuws > Straf opgelegd voor voorbereiden aanslag met terroristisch motief
Den Haag, 18 april 2018

Een man uit Eindhoven is vandaag in hoger beroep veroordeeld voor het verzamelen van informatie om een aanslag met een terroristisch motief te plegen. Het gerechtshof Den Haag heeft hem een gevangenisstraf van 30 maanden en tbs met dwangverpleging opgelegd.

De verdachte heeft sympathie voor IS ontwikkeld. Hij had gedachten over het plegen van een aanslag in Nederland. Hij beschouwde een luitenant-generaal van de Koninklijke Luchtmacht als een oorlogsmisdadiger, omdat hij de opdracht gaf voor luchtsteun (bombardementen) in Syrië. Daarbij kwamen vrouwen en kinderen om. De verdachte richtte zich vooral op hem. Op de computer van de verdachte zijn (bewerkte) plattegronden van de militaire vliegbasis Leeuwarden en Volkel aangetroffen, gegevens over deze luitenant-generaal, minister-president Mark Rutte, de politicus Geert Wilders en een cabaretier.

Via internet heeft de verdachte zich verdiept in het gebruik, onderhoud en de omgang met (automatische) vuurwapens en steekwapens. Hij heeft een stroomstootwapen voorhanden gehad. Uit het onderzoek is niet naar voren gekomen dat de verdachte met iemand anders contact heeft gehad over zijn plannen.

Bij het bepalen van de straf en maatregel heeft het Haagse hof aan de ene kant gelet op de ernst van de feiten en het gevaar dat de verdachte zou kunnen opleveren voor de samenleving. Aan de andere kant heeft het hof rekening gehouden met wat blijkt uit de opgemaakte rapporten over de verdachte.

De rechtbank had de verdachte veroordeeld voor hetzelfde feitencomplex tot 30 maanden gevangenisstraf en tbs met voorwaarden. Het openbaar ministerie heeft in hoger beroep 2 jaar gevangenisstraf en tbs met verpleging geëist.

Het openbaar ministerie en de verdachte hebben 14 dagen de tijd om cassatie tegen deze uitspraak in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraken