Laden...

Tariefmaatregel bij doorbetaling pensioen aan voormalige echtgenote in strijd met gelijkheidsbeginsel

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Den Haag > Nieuws > Tariefmaatregel bij doorbetaling pensioen aan voormalige echtgenote in strijd met gelijkheidsbeginsel
Den Haag, 13 mei 2025
Een man betaalt een deel van zijn pensioen door aan zijn voormalige echtgenote. Op grond van een tariefmaatregel in de inkomstenbelasting kan hij dit bedrag niet langer aftrekken tegen het (maximale) tarief dat hij over zijn inkomen betaalt. Het gerechtshof Den Haag oordeelt vandaag dat dit in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.

Zaak

Het gaat in deze zaak om een man die in 1992 is gescheiden. Daarbij is afgesproken dat zijn pensioenrechten worden verrekend. Sinds zijn pensionering betaalt hij daarom een deel van zijn pensioenuitkeringen door aan zijn voormalige echtgenote. Hij brengt deze doorbetalingen in aftrek voor de inkomstenbelasting als persoonsgebonden aftrek. Vanaf 2020 wordt het maximale tarief voor de persoonsgebonden aftrek stapsgewijs afgebouwd (met 3,5% in 2020 en 6,5% in 2021).

Het gelijkheidsbeginsel

De man vindt dat deze tariefmaatregel in zijn geval in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Hij wijst erop dat personen die op of na 1 mei 1995 zijn gescheiden hun pensioen niet hoeven te verrekenen. Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (de Wet VPS) worden de pensioenrechten verdeeld tussen de voormalige echtgenoten. Ieder van hen heeft dan een zelfstandig recht tegenover het pensioenfonds, zodat doorbetaling van pensioen bij hen niet nodig is. Zij krijgen daardoor ook niet te maken met de tariefafbouw voor de persoonsgebonden aftrek. De man vindt dat hij wordt benadeeld ten opzichte van deze personen zonder dat daarvoor een rechtvaardiging bestaat.

Oordeel hof

Het gerechtshof Den Haag is het met de man eens. Zijn situatie is goed te vergelijken met situaties die onder de Wet VPS vallen. In beide gevallen worden pensioenrechten die tot een gemeenschap van goederen behoren verdeeld tussen scheidende echtgenoten. In beide gevallen was het de bedoeling van de wetgever dat een echtgenoot die een deel van zijn pensioen moest afstaan, per saldo alleen over het deel dat hij overhield inkomstenbelasting zou betalen. De verdeling van het pensioen verloopt dan fiscaal neutraal. De tariefafbouw doorbreekt die neutraliteit en veroorzaakt een fiscaal nadeel in situaties zoals die van de man. De wetgever heeft dat niet onderkend en daarvoor geen rechtvaardiging gegeven. Het hof heeft ook geen andere rechtvaardiging kunnen vinden. Ook is het niet zo dat de financiële benadeling verwaarloosbaar is. Dat betekent dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden. Het hof biedt daarvoor rechtsherstel. De tariefmaatregel mag niet worden toegepast op de pensioendoorbetalingen van de man.

Uitspraken