Laden...

Uitspraak in zaak over steekpartij met fatale afloop bij Haagse tramhalte

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksGerechtshof Den Haag > Nieuws > Uitspraak in zaak over steekpartij met fatale afloop bij Haagse tramhalte
Den Haag, 31 maart 2023

Een 22-jarige man is vandaag door het gerechtshof Den Haag veroordeeld voor het plegen van openlijk geweld en mishandeling bij een Haagse tramhalte in 2019. De man is vrijgesproken van doodslag. Dit is naar het oordeel van het hof niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte krijgt een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd.

Een 20-jarige man is op 21 december 2019 bij een vechtpartij bij een tramhalte in Den Haag twee keer gestoken met een mes. De man overleed als gevolg van deze steekpartij. De aanleiding voor de fatale steekpartij was een incident dat kort daarvoor had plaatsgevonden, waarbij de verdachte een neef van het slachtoffer op zijn achterhoofd had geslagen. Die klap is aanleiding geweest voor het slachtoffer om verhaal te halen bij de verdachte. Vervolgens is de situatie bij de tramhalte mede door de verdachte verder geëscaleerd.

Nadat de verdachte door het slachtoffer was geslagen, heeft hij het slachtoffer vastgepakt en vastgehouden. Uiteindelijk is het slachtoffer, terwijl hij nog werd vastgehouden door de verdachte, door een andere man gestoken met een mes. 

De rechtbank Den Haag heeft op 4 juni 2021 de verdachte en een medeverdachte voor onder meer het medeplegen van doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar. Beide verdachten zijn daartegen in hoger beroep gegaan. De verdachte ten aanzien waarvan de rechtbank had vastgesteld dat hij het slachtoffer had gestoken, heeft zijn hoger beroep later ingetrokken. Zijn veroordeling is daardoor onherroepelijk geworden.

Het Haagse hof oordeelt in hoger beroep net als de rechtbank dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer heeft gestoken en dat ook niet kan worden vastgesteld dat de verdachte ertoe heeft opgeroepen het slachtoffer te steken. Het hof heeft anders dan de rechtbank niet kunnen vaststellen dat de verdachte het slachtoffer heeft vastgehouden met het opzet hem te laten steken. De verdachte is daarom vrijgesproken van de beschuldigingen waarbij hij strafrechtelijk verantwoordelijk wordt gehouden voor de dood van het slachtoffer. 

Het hof heeft de verdachte wel veroordeeld voor het plegen van openlijk geweld en het mishandelen van de neef van het slachtoffer en hem daarvoor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden opgelegd. Aangezien de verdachte al meer dan drie jaar in voorarrest heeft gezeten, heeft het hof de voorlopige hechtenis in de aanloop naar de uitspraak opgeheven.

De advocaat-generaal had ter zitting van 17 maart jl. wederom veroordeling wegens doodslag geëist met oplegging van dezelfde straf als door de rechtbank is opgelegd.

Uitspraken