Nederland en Turkije zijn verdragspartners bij het Europees Uitleveringsverdrag. In 2014, kort nadat het slachtoffer door geweld om het leven was gekomen, hadden de Turkse autoriteiten om de uitlevering van de verdachte Nederlander verzocht. De strafrechter had de uitlevering in 2015 toelaatbaar verklaard. Het cassatieberoep daartegen is door de Hoge Raad verworpen. In de procedure waarin vandaag uitspraak is gedaan, heeft de verdachte bij de burgerlijke rechter verzocht de uitlevering toch te verbieden, onder meer vanwege de zorgwekkende ontwikkelingen in Turkije. Zijn advocaat wees op de recente politieke druk op het rechtssysteem in Turkije en de schendingen van basisbeginselen van de rechtsstaat.