De verdachte heeft deze feiten gepleegd op 5 februari 2023 in Delft, nadat hij van zijn vriendin het bericht had ontvangen dat zij de relatie met hem niet wilde voortzetten. De verdachte is vanuit Antwerpen naar Delft gereden naar de woning van de moeder en stiefvader van de vrouw. Hij is uitgestapt en heeft twee messen uit de auto meegenomen. Zodra hij oog in oog met de vrouw stond heeft hij haar neergestoken. Op het moment dat de moeder en de stiefvader de vrouw wilden beschermen tegen de mes-aanval heeft de verdachte ook hen levensgevaarlijk verwond. De vrouw, die bij de aanval 26 steekverwondingen heeft opgelopen, is ter plekke overleden. De feiten zijn des te gruwelijker nu dit voor de ogen van het 6-jarig dochtertje van de vrouw gebeurde. Ook buurtgenoten en voorbijgangers zijn ongewild getuige geweest van deze schokkende feiten.
In hoger beroep is de verdachte aanvullend onderzocht door aan het Pieter Baan Centrum verbonden deskundigen. Het Haagse hof heeft het advies van deze deskundigen overgenomen. Op basis daarvan oordeelt het hof dat de verdachte kampt met een persoonlijkheidsstoornis alsmede een aanpassingsstoornis en dat de feiten hem om die reden in verminderde mate zijn toe te rekenen. Hoewel het hof op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder zij zijn gepleegd een gevangenisstraf van 30 jaar in beginsel passend acht, heeft het hof rekening houdend met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte uiteindelijk een gevangenisstraf van 25 jaar opgelegd. De gevangenisstraf is daarmee 2 jaar minder dan door de rechtbank was opgelegd.
Naast de gevangenisstraf en de TBS-maatregel is de verdachte ook veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de nabestaanden c.q. slachtoffers.