Tijdens de wedstrijd bestormden ADO-supporters het speelveld en richtten zij zich op gewelddadige wijze tegen supporters van Excelsior - waaronder zich ook kinderen bevonden - en leden van verschillende politie-eenheden. Vervolgens vonden, naast en in de buurt van het stadion, confrontaties plaats met verschillende eenheden van onder meer de Mobiele Eenheid (ME) en de bereden politie. Deze eenheden zijn tijdens deze confrontaties bekogeld met onder andere zwaar vuurwerk, stenen, glazen flessen, pionnen, ijzeren palen en ander straatmeubilair. Sommigen van deze ADO-supporters droegen daarbij gezichtsbedekking, wat handhaving, herstel van de openbare orde en opsporing bemoeilijkt. Er ontstond een waar slagveld met rellende supporters aan de ene kant en politie-eenheden en de ME aan de andere kant.

Het geweld tegen de aanhangers van Excelsior en de politie was zodanig ernstig, dat het hof vindt dat bij bestraffing van dit openlijk geweld een gevangenisstraf het uitgangspunt moet zijn. In alle zaken zijn voorwaardelijke gevangenisstraffen opgelegd, en vier verdachten zijn – gelet op hun aandeel in het gepleegde openlijk geweld - ook tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld. Daarnaast is in alle zaken een taakstraf en een zogenoemd strafrechtelijk stadionverbod voor de duur van 5 jaar opgelegd. Ook is als bijzondere voorwaarde, gekoppeld aan de voorwaardelijke gevangenisstraf, in alle zaken betaling van een geldbedrag aan de politie opgelegd. De 41 vorderingen van de benadeelde partijen – allen politieambtenaren – zijn niet ontvankelijk verklaard vanwege de onevenredige belasting van het strafgeding.