Om tot bewezenverklaring van art. 138 Sr te komen moet tot slot bewezen worden dat de demonstranten zich niet op de vordering van de rechthebbende direct hebben verwijderd. Het hof heeft daarover geoordeeld dat niet bewezen kan worden dat de demonstranten de vorderingen van de politie hebben gehoord en daaraan geen gevolg hebben gegeven. De demonstranten die daar iets over hebben gezegd, hebben ontkend dat zij dit hebben gehoord, dan wel dat zij dit hadden gehoord en daar gevolg aan hebben gegeven. Uit de wijze waarop de politie heeft opgetreden, het algemene verhaal waaruit niet naar voren komt dat de individuele verdachte gevorderd is te vertrekken en dat niet heeft gedaan, komt het hof niet tot een bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit. Verder vindt het hof het niet aannemelijk dat de demonstranten de stallen niet wilden verlaten want blijkens hun verklaringen waren zij al veel langer in de stallen dan hun bedoeling was en zijn zij daar zelfs een tijd in opgesloten geweest. Zij hebben uiteindelijk de stallen ook allemaal vrijwillig verlaten, daar is geen politie-ingrijpen aan te pas gekomen.