De betreffende apotheek maakt zelf een bepaald ADHD-medicijn. Dit wordt door artsen voorgeschreven als een patiënt te veel bijwerkingen heeft van de meer gangbare ADHD-medicatie. De zorgverzekeraar weigert echter om het door de apotheek gemaakte medicijn aan patiënten die bij haar verzekerd zijn, te vergoeden. Volgens de zorgverzekeraar is er al voldoende gelijkwaardige ADHD-medicatie die wel vergoed wordt. De apotheek heeft het hof gevraagd om te oordelen dat de zorgverzekeraar het door de apotheek gemaakte middel moet vergoeden aan alle verzekerden die het voorgeschreven krijgen, nadat ze van de gangbare medicatie te veel bijwerkingen kregen. Ook vindt de apotheek dat de zorgverzekeraar onrechtmatig handelt ten opzichte van de apotheek als zij het middel niet vergoedt aan patiënten aan wie het wordt voorgeschreven.
Eerder gaf de rechtbank de zorgverzekeraar gelijk: volgens de rechtbank waren er niet genoeg aanwijzingen dat de zorgverzekeraar de claims van verzekerden ten onrechte afwees en onrechtmatig handelde. Daarop ging de apotheek in hoger beroep.