Hiermee wordt een nieuwe stap gezet in de gefaseerde inwerkingtreding van verplicht digitaal procederen in het kader van het digitaliseringsprogramma
Kwaliteit en Innovatie. Eerder werd al
bekend dat de
Raad voor de rechtspraak aan de minister van Veiligheid en
Justitie had verzocht de wetten op bovengenoemde data in werking te laten treden. Frits Bakker, voorzitter van de
Raad voor de rechtspraak: ‘Dit is het begin van een grote transformatie in de juridische wereld. Sinds 2013 is hard gewerkt aan de benodigde wetgeving om digitaal te kunnen procederen en aan het inrichten van de digitale procedures. Op vrijwillige basis is er al volop geoefend in asiel- en bewaringszaken, nu gaan we de volgende fase in. Digitalisering draagt bij aan snellere en toegankelijkere rechtspraak.’