De minister heeft de aanvraag voor de transvrouw – achteraf bezien – dus in de verkeerde procedure behandeld en de verkeerde afwijzingsgrond gebruikt. Om die reden kan het besluit van de minister geen standhouden.
De rechtbank vindt dat de minister inhoudelijk wél goed naar de asielaanvraag van de vrouw en de actuele situatie in de VS heeft gekeken. In asielzaken moet de rechtbank toetsen aan de hand van de huidige situatie. Uit de beschikbare informatie komt naar voren dat de situatie voor transpersonen in de VS is verslechterd. Daarbij heeft de minister onder andere gekeken naar wetgeving die de rechten van transpersonen inperkt. Ook is gekeken naar de toename van geweldsincidenten en bedreigingen van transpersonen. Ondanks de verslechterde situatie blijkt op dit moment niet dat transpersonen systematisch geen toegang hebben tot voorzieningen. Ook kan nu niet gezegd worden dat de autoriteiten in de VS transpersonen in het geheel niet willen of kunnen beschermen. Dit betekent dat transvrouwen in het algemeen in de VS niet voldoen aan de eisen voor een asielvergunning. In deze zaak heeft de vrouw niet aannemelijk gemaakt dat dit in haar geval anders ligt. Zij is in de VS meermalen uitgescholden en gediscrimineerd vanwege haar gender. Hoe betreurenswaardig dit ook is voor haar, het is niet genoeg om in aanmerking te komen voor een asielvergunning. De lat om voor een vergunning in aanmerking te komen ligt erg hoog. De rechtbank is het eens met de minister dat het voor deze vrouw niet onmogelijk is om op maatschappelijk en sociaal vlak te functioneren in de VS. Zij heeft daar een baan en inkomen gehad en ook toegang tot de gezondheidszorg gekregen. De vrouw is bang dat zij in de VS wordt aangehouden door de Amerikaanse immigratiedienst, maar dat dit zal gebeuren heeft zij niet aannemelijk gemaakt. Er zijn op dit moment geen zaken bekend waarin transpersonen wegens de vermelding van hun genderidentiteit zijn vervolgd voor identiteitsfraude.
Dit alles betekent dat de minister de asielaanvraag mocht afwijzen. Toch moet de minister een nieuw besluit nemen omdat de verkeerde afwijzingsgrond is gebruikt, wat ook gevolgen heeft voor het daarin opgenomen terugkeerbesluit en inreisverbod. De rechtbank vernietigt daarom het besluit en het is nu aan de minister om, met inachtneming van deze uitspraak van de rechtbank, een nieuw besluit te nemen.