Het lichaam van het slachtoffer werd op 13 maart 2018 gevonden in de woning van verdachte in Rijswijk. Uit de sectie bleek dat het slachtoffer letsel had aan de hals. Ook leed hij aan twee geringe hartaandoeningen. Om de doodsoorzaak te kunnen vaststellen heeft de rechtbank drie pathologen op zitting gehoord. Op basis van hun verklaringen concludeert de rechtbank dat het slachtoffer niet spontaan aan de hartaandoeningen is overleden. Geweld op de hals moet een doorslaggevende rol hebben gespeeld bij zijn overlijden.

De man heeft verklaard dat hij met het slachtoffer in een worsteling was geraakt en toen op hem is gevallen. De rechtbank gaat niet mee in die verklaring. Volgens de pathologen kan het halsletsel namelijk niet zijn ontstaan door zo’n val, maar wel door verwurging. Daarom concludeert de rechtbank dat de man het slachtoffer heeft gewurgd.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 8 jaar geëist. De rechtbank legt 10 jaar op vanwege de ernst van het feit. Daarbij heeft de rechtbank gelet op straffen die recent in andere zaken voor doodslag zijn opgelegd. De man moet daarnaast ruim € 18.000,- schadevergoeding betalen aan de weduwe van het slachtoffer, voor onder meer de kosten van de uitvaart.