In de nacht van 22 op 23 mei 2021 is de verdachte na seksueel getinte foto's van vrouwen te hebben bekeken, kris kras door Den Haag gaan rijden op zijn scooter. Toen hij het slachtoffer tegenkwam, reed hij achter haar aan en heeft hij haar in de Doorniksestraat de bosschages ingetrokken en misbruikt. Het slachtoffer verzette zich hevig waarna hij haar meerdere keren in haar hals stak. Hierna vertrok de man naar huis en kwam terug met een jerrycan met benzine en overgoot haar lichaam hiermee. Even later werd het brandende lichaam van het slachtoffer gevonden door voorbijgangers. 

De man heeft – na veel wisselende verklaringen –verklaard dat, hoewel hij er geen herinnering aan heeft, hij op basis van het bewijs van mening is dat hij verantwoordelijk is voor de dood en het in brand steken van het slachtoffer. Hij ontkent ontucht met haar te hebben gepleegd. 

De rechtbank kan tot geen andere conclusie komen dan dat de man die nacht op pad is gegaan om een zedenfeit te plegen. Er is voldoende bewijs om aan te tonen dat de man ontuchtige handelingen heeft gepleegd met het slachtoffer. Ook heeft de man zich schuldig gemaakt aan het in brand steken van het lichaam om zijn sporen te vernietigen en de oorzaak van het overlijden te verhullen.

Rekening houdend met de ernst van de feiten, de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de man en de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, vindt de rechtbank een gevangenisstraf van 18 jaar, zoals geëist door de officier van justitie, passend. Daarnaast legt de rechtbank een tbs-maatregel met dwangverpleging op.  

De rechtbank wijst de vorderingen van de broers van het slachtoffer tot vergoeding van affectieschade toe. De schade van de ouders van het slachtoffer en van het meisje dat het slachtoffer vond is voorafgaand aan de zitting tussen partijen afgewikkeld.