De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan moord op zijn ex-vriendin en twee keer poging doodslag op de moeder en haar partner. Volgens de rechtbank had de verdachte de gelegenheid na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven. Zo hield hij zich enkele minuten op in de voortuin en op het trottoir voor de woning. Ook is van belang dat onderweg vanuit België naar Delft vrienden de verdachte probeerden te weerhouden van zijn plan. De rechtbank oordeelt daarom dat er sprake was van voorbedachte raad om het slachtoffer van het leven te beroven. Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de verdachte vol opzet had om de moeder en diens partner dodelijk te raken.
De verdachte heeft het slachtoffer op weerzinwekkende wijze het leven ontnomen, het belangrijkste wat een mens toekomt. Zij had geen schijn van kans om te overleven. Het beeld van de drie slachtoffers van de brute steekpartij, dodelijk bloedend voor de woning, moet verschrikkelijk zijn geweest. En dit alles heeft de zes jaar oude dochter van het slachtoffer vanachter het woonkamerraam moeten aanzien. De verdachte heeft met zijn handelen de nabestaanden onherstelbaar leed aangedaan.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Anderzijds heeft de verdachte geen openheid van zaken gegeven, terwijl hij in een heimelijk opgenomen telefoongesprek met zijn broer vertelde dat hij zich alles kon herinneren. De rechtbank vindt een celstraf van 27 jaar passend en geboden. Deze straf is hoger dan de officier van justitie heeft gevorderd. Die eiste een celstraf van 23 jaar. Daarnaast legt de rechtbank hem tbs met dwangverpleging op, zoals de officier van justitie ook eiste.
Ook moet de verdachte de nabestaanden van het slachtoffer schadevergoedingen betalen. Zo moet hij de dochter van het slachtoffer 95.000 euro betalen, de moeder bijna 70.000 euro, haar partner 40.000 euro en de vader van het slachtoffer 20.000 euro.