De eerste vraag die de rechtbank moet beantwoorden, is of sprake is van een poging tot doodslag. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. De verdachte had niet de bedoeling om de glazenwasser te doden. Hij wilde dat de glazenwasser zou stoppen met het vies maken van zijn ramen. Echter door krachtig aan de ladder te schudden terwijl de glazenwasser op een behoorlijke hoogte stond, was de kans dat hij zou komen te overlijden aanmerkelijk en die kans heeft de verdachte aanvaard. Daarom is de rechtbank van oordeel dat sprake is van een poging tot doodslag.