Gedragsdeskundigen hebben, omdat de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is, oplegging van tbs met voorwaarden geadviseerd. Die maatregel kan volgens de wet slechts met een straf maximaal vijf jaar worden gecombineerd. Daarom heeft de officier van justitie in plaats van acht jaar, vijf jaar gevorderd. De rechtbank is het daar niet mee eens en legt acht jaar gevangenisstraf op, omdat vergelding en normbevestiging in dit geval voorgaan. De rechtbank is het wel met de officier van justitie en de deskundigen eens dat de verdachte behandeld moet worden. Daarom wordt aan de verdachte naast gevangenisstraf de maatregel terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd.