In deze tussenuitspraak oordeelt de rechtbank dat het afwijzende besluit van het college niet met de vereiste zorgvuldigheid is genomen en niet toereikend is gemotiveerd. De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 2.4 van de Wnb wel verplichtingen kunnen worden opgelegd die actief handelen vereisen. Deze wetsbepaling is mede de implementatie van artikel 6, tweede lid, van de Europese Habitatrichtlijn en heeft dus een Europeesrechtelijke achtergrond. Het college heeft deze Europeesrechtelijke achtergrond ten onrechte buiten beschouwing gelaten in de beslissing om het verzoek van MOB af te wijzen.
Ook heeft het college te weinig onderzoek gedaan naar de door MOB gevraagde maatregelen. Het college stelt in zijn algemeenheid dat niet kan worden ingegrepen in de gemeentelijke besluitvorming, maar gaat niet in op de verschillende maatregelen die MOB heeft voorgesteld. Dit had wel gemoeten. Het college heeft nagelaten voor alle in het verzoek genoemde maatregelen te onderzoeken of een publiekrechtelijk besluit noodzakelijk is, welk bestuursorgaan van de gemeente daartoe bevoegd is en welk afwegingskader daarvoor geldt. Pas als dat is onderzocht, kan worden beoordeeld wat de gevolgen zijn van het Europees recht voor de vraag of het college bevoegd is om de door MOB gevraagde maatregelen op te leggen aan het gemeentebestuur.