De rechtbank vindt dat het gedrag van de docent een gevangenisstraf rechtvaardigt. Omdat de ontuchtige handelingen qua aard en frequentie beperkt zijn gebleven, wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig weken grotendeels voorwaardelijk. Hij komt onder toezicht van de reclassering te staan en moet zich houden aan diverse voorwaarden. Daarnaast krijgt hij een langere proeftijd dan door het Openbaar Ministerie was geëist. Vanwege de ernst van het feit en de signalen in het dossier dat eerder soortgelijke gebeurtenissen hebben plaatsgevonden met andere leerlingen, krijgt hij een proeftijd van drie jaar. Ook moet de man de maximaal toegestane taakstraf van 240 uur uitvoeren. Om mogelijke nieuwe slachtoffers te beschermen mag hij niet meer in het onderwijs werken. Daarom krijgt de man een verbod tot het uitoefenen van het beroep als docent van minderjarigen voor de maximaal toegestane duur van vijf jaar.