De verdachte heeft via Instagram een privébericht aan een lijsttrekker gestuurd met ernstige bedreigingen. Op de telefoon van verdachte heeft de politie ook een bericht gezien dat was gericht aan een andere lijsttrekker waarin ook ernstige bedreigingen werden geuit. De gedane bedreigingen gaan ver over de grenzen heen. De discriminerende passage in één van de bedreigingen werkt strafverzwarend en ook het feit dat de twee berichten in campagnetijd zijn verstuurd (een tijd waarin de lijsttrekkers door hun vele openbare optredens extra kwetsbaar zijn), neemt de rechter de verdachte kwalijk.

De rechtbank houdt bij het opleggen van de straf rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden. Bij de hoogte van de straf speelt ten aanzien van één van de feiten mee dat de politie de rechter-commissaris om toestemming had moeten vragen om in de telefoon van de verdachte te mogen zoeken. Dit laatste betekent niet dat het bewijs dat vervolgens is gevonden, moet worden uitgesloten.

De verdachte heeft niet willen praten met de reclassering en daarom heeft de rechtbank geen advies gekregen over het gevaar van herhaling of over de vraag of het strafrecht voor jongeren (adolescentenstrafrecht) passend is. Omdat de verdachte kort geleden al een straf heeft gekregen van de kinderrechter voor een geweldsfeit legt de rechter in deze zaak een celstraf van 30 dagen waarvan 25 dagen voorwaardelijk en een taakstraf van 30 uur op. Bij de voorwaarden zijn een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling bij De Waag (vanwege agressie) opgelegd.