Het OM en de verdediging zijn op initiatief van de verdediging al in een vroeg stadium in gesprek gegaan over procesafspraken. Procesafspraken zijn een relatief nieuw verschijnsel in het Nederlandse strafrecht, waarbij de verdediging met het OM afspraken maken over het verloop van een strafprocedure of afdoening van een zaak. Het is dan aan de rechter om deze afspraken te beoordelen. Op deze manier kan een strafzaak in potentie veel sneller worden afgehandeld, waardoor er meer tijd beschikbaar komt voor de behandeling van andere zaken.
De procesafspraken in deze zaak hielden kort gezegd in dat de verdediging geen onderzoekswensen zou indienen en geen bewijsverweren zou voeren en dat de officier van justitie een gevangenisstraf van 36 maanden zou eisen, waarvan 12 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.