De 22-jarige man werd ervan verdacht dat hij geprobeerd heeft om datzelfde slachtoffer dood te schieten. De officier van justitie had daarom negen jaar gevangenisstraf geëist. De rechtbank spreekt hem echter vrij van poging tot doodslag, omdat uit het dossier niet blijkt dat hij de trekker van zijn vuurwapen heeft overgehaald. Wel krijgt hij een relatief hoge straf voor vuurwapenbezit en opruiing, omdat het incident de rechtsorde heeft geschokt en omdat de opruiing uiteindelijk dodelijke gevolgen heeft gehad. De nabestaanden hebben om schadevergoeding verzocht. Tegen de twee mededaders is die vordering eerder toegewezen. De rechtbank verklaart de vordering in deze zaak niet ontvankelijk omdat de opruiing door de verdachte te ver af staat van het steken door de mededaders.