De rechtbank oordeelt dat het hier om ernstige feiten gaat en dat de verdachte zeer berekenend en georganiseerd te werk is gegaan. Het is algemeen bekend dat slachtoffers van kinderporno daar jaren later nog last van kunnen hebben. Door of namens vijf meisjes is tijdens de terechtzitting verteld wat de gevolgen voor hen en hun ouders zijn. Hun vertrouwen in anderen is ernstig aangetast. Ze schamen zich en durven daarom niet te praten, waardoor ze nog geen professionele hulp hebben gehad. In hun angst om naakt op het internet te circuleren, hebben ze de noodzaak gevoeld om een ander die ze niet kenden om hulp te vragen. In plaats van hulp te krijgen, werden ze echter gedwongen om meer foto's te sturen en handelingen te verrichten die ze niet wilden doen. Dit alles heeft een grote impact op de gezondheid van de meisjes en hun concentratie op school. Deze strafzaak gaat bovendien over een groot maatschappelijk probleem. Intieme foto's en video's van minderjarigen in handen van anderen maakt deze minderjarigen extreem kwetsbaar voor personen met verkeerde bedoelingen. De verdachte is zo iemand met verkeerde bedoelingen.
De rechtbank rekent het de verdachte aan dat hij geen openheid van zaken heeft gegeven en dat hij niet heeft stilgestaan bij de gevolgen voor zijn jonge slachtoffers. Hij heeft steeds alleen zijn eigen behoeftes vooropgesteld. Ook na de doorzoeking van zijn woning en auto door de politie in februari 2023 is de verdachte nog doorgegaan met deze praktijken en is hij pas gestopt toen hij door de politie is aangehouden. Ook dit weegt de rechtbank in het nadeel van de verdachte mee.
Hoewel er daarvoor aanwijzingen zijn, geven de psycholoog en psychiater aan dat er op dit moment geen diagnose kan worden gesteld over een mogelijke parafiele of andere stoornis bij de verdachte. De rechtbank kan daarom ook niet vaststellen dat tijdens het begaan van de misdrijven bij de verdachte sprake was van een stoornis. Daarom legt de rechtbank geen tbs (met dwangverpleging) op, zoals het Openbaar Ministerie had geëist. Wel legt de rechtbank een deels onvoorwaardelijke celstraf op. Aan het voorwaardelijke deel koppelt de rechtbank diverse voorwaarden die de verdachte ervan moeten weerhouden zich in de toekomst opnieuw aan strafbare feiten schuldig te maken en de kans op herhaling moeten terugdringen. De rechtbank heeft bovendien bevolen dat de voorwaarden en het uit te voeren toezicht daarop dadelijk uitvoerbaar zijn. Dit betekent dat de voorwaarden gaan gelden zodra de proeftijd ingaat, ongeacht of hoger beroep tegen het vonnis wordt ingesteld. Verder heeft de rechtbank aan de verdachte een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd. Met deze maatregel wordt het mogelijk om de verdachte in aansluiting op de gevangenisstraf onder toezicht te stellen, indien dit op dat moment door het openbaar ministerie nog noodzakelijk wordt geacht.