Volgens de rechtbank maakte de verdachte zich jarenlang schuldig aan het plegen van oplichting van haar destijds goede vriendin die dacht dat de verdachte in financiële nood verkeerde. De verdachte bewoog het slachtoffer telkens met verschillende leugenachtige verhalen om haar opnieuw een geldbedrag te lenen. Zo simuleerde ze een naderend faillissement van haar nagelstudio, verzon ze dat er veel geld zou vrijkomen zodra een rechtszaak was gewonnen en dat ze binnenkort financiële steun van de gemeente Pijnacker zou ontvangen. Ook zette de verdachte het slachtoffer meer dan eens onder druk om geld naar haar over te maken, zo bleek onder meer uit Whatsappberichten tussen de verdachte en het slachtoffer.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan oplichting. Ze ging berekenend en geraffineerd te werk en maakte ernstig misbruik van de hulpvaardigheid en kwetsbaarheid van het slachtoffer. De verdachte dacht kennelijk slechts aan haar eigen financiële gewin en hield op geen enkele wijze rekening met de belangen en gevoelens van het slachtoffer. De verdachte had evenmin oog voor de financiële problemen die zij bij het slachtoffer veroorzaakte. De rechtbank rekent dit haar zeer zwaar aan. 

De medeverdachte, zoon van de verdachte, wordt vrijgesproken van witwassen. Weliswaar is gebleken dat het slachtoffer in een periode van 2015 tot en met 2018 bijna 470.000 euro naar de rekening van de zoon overboekte, maar volgens hem had niet hijzelf, maar zijn moeder het beheer over zijn bankrekening. De rechtbank vindt deze verklaring niet onaannemelijk. Zo zijn er veel afschrijvingen te zien die niet direct aan de medeverdachte kunnen worden gelinkt, bijvoorbeeld betalingen aan damesmodezaken of uitgaven die verband houden met nagelstyling.

De medeverdachte kocht in 2017 een auto van 120.000 euro. De zoon heeft verklaard dat hij een deel zelf heeft gefinancierd met de verkoop van auto-onderdelen. De rest van het bedrag heeft zijn moeder bijgelegd in de vorm van een lening. De rechtbank oordeelt dat hij redelijkerwijs niet kon vermoeden dat dit geleende geld afkomstig was uit een misdrijf.