De rechtbank oordeelt dat de 28-jarige verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan tweemaal een poging tot doodslag (waarvan een keer samen met zijn halfbroer) en mishandeling. De 36-jarige verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan eenmaal een poging tot doodslag samen met zijn halfbroer. Er was in beide gevallen geen sprake van noodweerexces, oordeelt de rechtbank. Op het moment dat de twee halfbroers arriveerden bij de woning van hun moeder, was er weliswaar een verhitte discussie tussen de aanwezige personen, maar er werden geen geweldshandelingen verricht en daarmee werd ook niet gedreigd. Toen de verdachten uit hun auto stapten, liepen ze direct agressief en aanvallend op de groep af. Hun handelingen waren niet gericht op verdedigen, maar op confronteren, concludeert de rechtbank.
De verdachten hebben ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijk integriteit van de slachtoffers. De slachtoffers hebben ook nu nog te lijden onder de aanzienlijke lichamelijke en psychische gevolgen van het uitgeoefende geweld. Daarnaast heeft het geweld zich in het openbaar afgespeeld. In de regel veroorzaakt dit angst bij ooggetuigen, maar ook algemene gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
De rechtbank vindt voor de 28-jarige verdachte een celstraf van 5 jaar passend en geboden. De 36-jarige verdachte krijgt een celstraf van 30 maanden opgelegd waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Ook moeten de verdachten schadevergoedingen betalen aan de slachtoffers.