De rechtbank oordeelt dat de twee verdachten zich gezamenlijk schuldig hebben gemaakt aan een poging tot afpersing. Dat dit in juridische zin om een poging gaat, komt doordat de verdachten niet aantroffen waar ze naar op zoek waren. Het slachtoffer was immers geen dealer. Uit de slachtofferverklaring van de vrouw blijkt dat deze gebeurtenis een traumatische ervaring is geweest waarvan zij nog steeds de gevolgen ondervindt. De verdachten hadden enkel oog voor hun drang naar drugs en hielden geen rekening met de consequenties van hun handelen voor anderen.
De 53-jarige verdachte wilde niet meewerken aan een onderzoek van de reclassering. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank in strafverzwarende zin rekening met het feit dat de verdachte in 2018 en 2020 tot lange gevangenisstraffen is veroordeeld vanwege soortgelijke feiten. De rechtbank vindt een celstraf van 14 maanden passend en geboden.
Uit onderzoek van de reclassering naar de 56-jarige verdachte blijkt dat hij in het verleden langdurig verslaafd is geweest aan verschillende middelen. Tijdens de poging tot beroving op 6 april was hij onder invloed van crystal meth. De rechtbank vindt een celstraf van 10 maanden passend en geboden. Daarvan zijn 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte moet zich aan verschillende voorwaarden houden, zoals behandeling door een zorginstelling. Dit moet voorkomen dat hij opnieuw de fout in gaat.
Daarnaast moeten de verdachten het slachtoffer een schadevergoeding betalen van in totaal 3070 euro.