Bij het bepalen van de strafmaat liet de rechtbank meewegen dat de plofkraak in vereniging is gepleegd en bijzonder gevaarlijk was. De verdachten hebben een gevaarlijk explosief gebruikt zonder zich te verdiepen in de kracht ervan. Ze zijn niet nagegaan of het niet zwaarder was dan nodig voor hun kwalijke doel. Dat het met de bewoonster van de flat goed is afgelopen is niet aan verdachten te danken. De gebeurtenis veroorzaakte bij omwonenden veel onrust en angst. De verdachten hebben hier geen rekening mee gehouden en puur hun eigen geldelijk gewin voor ogen gehad. Tegenover hun jeugdige leeftijd staat een zeer ernstig en volwassen feit. Ook ziet de rechtbank onvoldoende onderscheid in de rol tussen de beide daders en legt daarom aan beiden dezelfde straf op.

Een aantal maanden na de plofkraak hebben verdachten een bekentenis afgelegd. Dat maakt de straf echter niet lager. Ze hebben namelijk enkel verklaard wat op dat moment al uit het dossier bleek.

In beginsel vindt de rechtbank voor een dergelijk plofkraak alleen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Om reclasseringsbegeleiding en toezicht mogelijk te maken moet echter een deel voorwaardelijk worden opgelegd. De rechtbank vindt het voorwaardelijke deel van een jaar dat de officier van justitie had geëist onvoldoende recht doen aan dit ernstige feit en legt daarom een kleiner voorwaardelijk deel op. Hierdoor krijgen de verdachten een zwaardere straf.

De vonnissen worden later vandaag gepubliceerd.