Laden...

Celstraffen voor twee verdachten na beschieten woning in Alphen aan den Rijn

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Celstraffen voor twee verdachten na beschieten woning in Alphen aan den Rijn
Den Haag, 15 juli 2025

De rechtbank Den Haag heeft twee verdachten (20 en 21 jaar oud) veroordeeld na de beschieting van een woning in Alphen aan den Rijn op 12 oktober 2024. De bewoners waren op dat moment niet thuis. De 21-jarige verdachte heeft een celstraf opgelegd gekregen van 30 maanden, de 20-jarige verdachte van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Een 24-jarige derde verdachte is vrijgesproken bij gebrek aan bewijs.



Beschieting woning

De 21-jarige verdachte kreeg de dag van tevoren een berichtje via Snapchat met de opdracht tot beschieting van de woning. Hij zou daar 2.000 euro voor betaald krijgen. De verdachte heeft daarop eveneens via Snapchat contact opgenomen met de 20-jarige medeverdachte of hij deze opdracht wilde uitvoeren voor 1.000 euro. Hij zou zelf het wapen regelen. De 20-jarige verdachte heeft vervolgens contact opgenomen met een andere verdachte om de klus samen te doen. Die andere verdachte zou dan moeten schieten.  

Op de bewuste dag heeft de 21-jarige verdachte ergens in Rotterdam het wapen opgehaald en vervolgens met de 20-jarige medeverdachte afgesproken bij een parkeergarage. Daar was ook de andere verdachte bij die de 20-jarige had geregeld om op te treden als schutter. De 21-jarige heeft bij het verstrekken van het wapen instructies gegeven: er moest twee keer worden geschoten en dit moest worden gefilmd. Na deze ontmoeting zijn de 20-jarige en de andere verdachte naar de woning gereden. De andere verdachte heeft daadwerkelijk geschoten. Kort daarna zijn beiden in de auto aangehouden. 

De bewoner van het beschoten huis werkt voor de eigenaar van een loods in Ter Aar waar in oktober 2024 een inbraak is geweest. Bij die inbraak is een aantal dozen weggenomen waarin vermoedelijk blokken cocaïne zaten, afkomstig van een ripdeal die in augustus 2024 plaatsvond in België waarbij 1400 kilo is buitgemaakt. Na de inbraak in de loods in Ter Aar vonden een aantal incidenten plaats die kennelijk tot doel hadden de eigenaar van de loods en zijn medewerker onder druk te zetten. 
Tijdens de beschieting van het huis van de medewerker op 12 oktober 2024, waren de medewerker en zijn vrouw niet thuis. Zij waren op dat moment op een andere locatie ondergebracht in verband met dreiging.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat beide verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan ernstige bedreiging en vernieling door het beschieten van een woning met een vuurwapen. De 21-jarige verdachte heeft een onmisbare rol vervuld bij het schietincident door de opdracht via sociale media uit te zetten, door het wapen te regelen en instructies te geven aan de schutter. De 20-jarige is degene geweest die de schutter heeft geregeld, het contact onderhield met de persoon die het wapen regelde en de schutter naar de woning vervoerde. Dit duidt op een nauwe en bewuste samenwerking, zo oordeelt de rechtbank. 

Dat de bewoners op het moment van de beschieting niet thuis waren, is niet aan de verdachten te danken. De beschieting had ook heel anders kunnen aflopen. De verdachten hebben niet stilgestaan bij de vraag hoe traumatiserend de beschieting van een woning voor de bewoners en omwonenden daarvan kan zijn. Zij hebben alleen gedacht aan hun eigen (geldelijke) gewin. De rechtbank vindt het ernstig dat zij puur en alleen voor het geld bereid waren om deze ernstige strafbare feiten te plegen. 

Vrijspraak

De 24-jarige medeverdachte wordt vrijgesproken. Hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat hij op de een of andere manier betrokken is geweest bij het schietincident omdat hij onder meer geld voor benzine heeft betaald vóórdat de 20-jarige verdachte naar de beschoten woning is gereden en er afbeeldingen van berichten op zijn telefoon zijn aangetroffen die verband lijken te houden met het schietincident, zijn die aanwijzingen onvoldoende om te kunnen spreken van medeplegen of medeplichtigheid. 


Uitspraken