De 21-jarige verdachte kreeg de dag van tevoren een berichtje via Snapchat met de opdracht tot beschieting van de woning. Hij zou daar 2.000 euro voor betaald krijgen. De verdachte heeft daarop eveneens via Snapchat contact opgenomen met de 20-jarige medeverdachte of hij deze opdracht wilde uitvoeren voor 1.000 euro. Hij zou zelf het wapen regelen. De 20-jarige verdachte heeft vervolgens contact opgenomen met een andere verdachte om de klus samen te doen. Die andere verdachte zou dan moeten schieten.
Op de bewuste dag heeft de 21-jarige verdachte ergens in Rotterdam het wapen opgehaald en vervolgens met de 20-jarige medeverdachte afgesproken bij een parkeergarage. Daar was ook de andere verdachte bij die de 20-jarige had geregeld om op te treden als schutter. De 21-jarige heeft bij het verstrekken van het wapen instructies gegeven: er moest twee keer worden geschoten en dit moest worden gefilmd. Na deze ontmoeting zijn de 20-jarige en de andere verdachte naar de woning gereden. De andere verdachte heeft daadwerkelijk geschoten. Kort daarna zijn beiden in de auto aangehouden.
De bewoner van het beschoten huis werkt voor de eigenaar van een loods in Ter Aar waar in oktober 2024 een inbraak is geweest. Bij die inbraak is een aantal dozen weggenomen waarin vermoedelijk blokken cocaïne zaten, afkomstig van een ripdeal die in augustus 2024 plaatsvond in België waarbij 1400 kilo is buitgemaakt. Na de inbraak in de loods in Ter Aar vonden een aantal incidenten plaats die kennelijk tot doel hadden de eigenaar van de loods en zijn medewerker onder druk te zetten.
Tijdens de beschieting van het huis van de medewerker op 12 oktober 2024, waren de medewerker en zijn vrouw niet thuis. Zij waren op dat moment op een andere locatie ondergebracht in verband met dreiging.