In 2022 hebben verschillende studenten energietoeslag aangevraagd bij de gemeente Den Haag. Het college van Burgemeester en Wethouders (B&W) van de gemeente Den Haag heeft deze aanvragen afgewezen omdat B&W studenten van de energietoeslag heeft uitgesloten. De studenten zijn het hier niet mee eens. Zij vinden dat sprake is van een onrechtmatig onderscheid.
B&W mag bepalen wie energietoeslag krijgt. Wel moet B&W rekening houden met algemene beginselen van behoorlijk bestuur. B&W wilde met de energietoeslag zoveel mogelijk alleen diegenen compenseren die te maken hadden met daadwerkelijk gestegen energielasten. Omdat de kans op overcompensatie bij studenten als groep groter is dan bij andere minima, besloot B&W om alle studenten uit te sluiten. De rechtbank is van oordeel dat dit niet mag. Er zijn studenten die in een vergelijkbare situatie zitten als andere minima die daardoor benadeeld worden. Daarom is het uitsluiten van studenten slechts gedeeltelijk doelmatig.
B&W gaf ook aan dat studenten minder last hadden van stijgende energiekosten omdat zij gemiddeld kleiner wonen. Dat is volgens de rechtbank niet per definitie zo. Er zijn immers studenten die in dezelfde woonomstandigheden verkeren als andere minima. Ook oordeelt de rechtbank dat B&W niet heeft onderbouwd waarom zij in plaats van studenten uit te sluiten geen extra eisen had kunnen stellen aan de toekenning van energietoeslag voor studenten.
Tot slot zegt de rechtbank dat de mogelijkheid van individuele bijzondere bijstand geen goed alternatief is. De eisen om in aanmerking te komen voor deze vorm van bijstand zijn namelijk hoger dan bij de aanvraag voor energietoeslag. Bovendien is het bedrag dat wordt uitgekeerd anders.
Dat maakt dat het besluit om studenten als groep uit te sluiten niet proportioneel is.