De 25-jarige man heeft zich ook schuldig gemaakt aan wapenbezit. De politie heeft een jachtgeweer, diverse munitie, een patroonhouder en een geluiddemper in een auto aangetroffen enkele weken na de liquidatie. De rechtbank acht niet bewezen dat hij met deze wapens en andere goederen bezig was een volgende moord of zware mishandeling voor te bereiden.

Bij het opleggen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de koelbloedigheid en het kennelijke gemak waarmee deze liquidatie op klaarlichte dag in een woonwijk met een machinepistool is gepleegd. Veel buurtbewoners, waaronder minderjarigen, hebben schoten gehoord en de schietpartij zien gebeuren. De kogels vlogen letterlijk in het rond.

De nabestaanden is onherstelbaar leed aangedaan, zoals ook blijkt uit de tijdens de zitting afgelegde verklaring van de schoonzuster van het slachtoffer. Door de ontkennende en grotendeels zwijgzame houding van de twee mannen heeft de rechtbank geen enkel inzicht gekregen in de achtergrond van deze liquidatie. De vraag van de nabestaanden waarom het slachtoffer is vermoord, blijft daardoor onbeantwoord. Het kan niet anders dan dat het slachtoffer is vermoord in opdracht van derden en dat de daders dat voor geld hebben gedaan.