De mannen gebruikten speciale telefoons van EncroChat en SkyECC waarmee ze versleutelde chatberichten konden versturen. Die berichten maakten duidelijk dat zij heel vaak met elkaar en met anderen spraken over harddrugs en geld, hoe ze die drugs over zee konden vervoeren en aan land konden brengen. Ook stuurden ze foto's van blokken cocaïne en heroïne en van grote stapels bankbiljetten. Deze berichten gaven de rechtbank een goed beeld van het aandeel van elk van de mannen in de criminele organisatie: zo zorgden er een paar voor de handel, waren anderen verantwoordelijk voor de verkoop in Europa, terwijl weer een ander niet meer dan een loopjongen was.
De chatberichten waren verkregen door een computerhack die in Frankrijk heeft plaatsgevonden na samenwerking van diverse landen. De advocaten van de mannen vonden dat in strijd met de wet, maar de rechtbank oordeelt dat deze berichten rechtmatig zijn verkregen en als bewijs mogen worden gebruikt.