Laden...

Jongen (15) veroordeeld voor rol bij voorbereiden en het doen van een poging twee slachtoffers zwaar lichamelijk letsel toe te brengen

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Jongen (15) veroordeeld voor rol bij voorbereiden en het doen van een poging twee slachtoffers zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
Den Haag, 06 november 2025

De rechtbank Den Haag heeft een destijds 15-jarige jongen veroordeeld voor het voorbereiden van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel met een vuurwapen aan een onbekend persoon in Rotterdam. Dit deed hij samen met anderen. Ook wordt hij veroordeeld omdat hij een ander slachtoffer met voorbedachte raad heeft geprobeerd zwaar lichamelijk letsel toe te brengen met een mes in Capelle aan den IJssel, wederom gezamenlijk met anderen Ten slotte wordt hij veroordeeld voor het zich op een plek binnen het Rotterdamse haventerrein bevinden, waar hij niet mocht zijn. De rechtbank legt de verdachte een jeugddetentie op van 290 dagen, waarvan 120 dagen voorwaardelijk. Ook krijgt hij een werkstraf van 100 uur. 

De incidenten

Deze zaak kwam aan het licht na een schietincident op het Hofstad Lyceum in Den Haag op 5 februari 2025. Daar was een slachtoffer met een schotwond; die jongen overleed in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. De politie deed onderzoek naar de inhoud van de telefoon van de overleden jongen . Daaruit bleek dat de jongen in de week voor zijn overlijden betrokken was bij ernstige misdrijven tussen 3 en 5 februari in Rotterdam en op 31 januari in Capelle aan den IJssel. Op Snapchat had hij  contact met een account, waarvan de verdachte heeft bekend de gebruiker te zijn geweest. 

Het staat vast dat de overleden jongen op de avond van 3 februari 2025 met een ander naar Rotterdam was gereden om daar voor 2.000 euro een onbekend persoon met een vuurwapen in zijn been te schieten. Uit telefoongegevens van de overleden jongen bleek dat hij in de dagen rondom het voorval veelvuldig contact had met zowel de verdachte als de vermeende opdrachtgever van de schietpartij. 

Ook staat vast dat de overleden jongen op 31 januari 2025 met een mes iemand aanviel, toen dat beoogde slachtoffer buiten bij zijn woning een sigaretje stond te roken. De jongen stuurde daarna een foto van een bebloed mes in een chatgroep waar de verdachte deel van uitmaakte. Gebleken is dat de verdachte voorafgaand aan het incident veelvuldig informatie stuurde, zoals het door hem geregelde vervoer en het adres van het slachtoffer. Ook geeft hij in dezelfde chat de jongen de opdracht om een mes van huis mee te nemen. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan drie feiten. Hij heeft samen met anderen met voorbedachte raad voorbereidingshandelingen verricht om aan een onbekend gebleven persoon met een vuurwapen zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Tevens heeft hij samen met anderen met voorbedachte raad geprobeerd met een mes aan een ander slachtoffer zwaar lichamelijk letsel toe te brengen. Door het plegen van deze feiten worden in de maatschappij levende gevoelens van angst en onveiligheid aangewakkerd. Dit geldt te meer gelet op het ogenschijnlijke gemak waarmee dergelijke feiten door veelal jonge jongens, getriggerd door sociale media, worden gepleegd. De rechtbank ziet dat ook bij deze verdachte en vindt dit zeer verontrustend. Ook wordt hij veroordeeld omdat hij zich op een verboden haventerrein bevond in Rotterdam. Dit is een strafbaar feit. Het zich ophouden op een haventerrein gebeurt veelal met het doel om drugs uit containers te halen. 

Uit onderzoek van een deskundige blijkt dat de verdachte lijdt aan een licht verstandelijke-ontwikkelingsstoornis. Volgens de deskundigen lijkt de hybride leefwereld van de verdachte een spanningsveld veroorzaakt te hebben. De verdachte lijkt enerzijds te willen voldoen aan hetgeen de offline omgeving van hem verwacht, school en sport, maar anderzijds wordt hij aangetrokken en beïnvloed door de snelle en minder complexe onlinewereld waarbij beloningen, status en spanning “voor het oprapen liggen". 

Vanwege zijn minderjarige leeftijd wordt hij veroordeeld volgens het jeugdstrafrecht. Dit heeft een sterk pedagogisch karakter en is gericht op het voorkomen van herhaling. De rechtbank vindt een deels voorwaardelijke jeugddetentie passend en geboden. Daaraan verbindt de rechtbank diverse stevige voorwaarden die moeten voorkomen dat de verdachte in herhaling valt. Zo mag hij onder andere geen gebruikmaken van een smartphone en alleen onder toezicht van zijn ouders op internet als dat nodig is voor zijn school. Daarnaast moet hij meewerken aan controle van al zijn gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Tot slot legt de rechtbank hem een werkstraf van 100 uur op.

Uitspraken