Laden...

Man en vrouw veroordeeld na uitbuiten en mishandeling pleegkind in Delft

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Man en vrouw veroordeeld na uitbuiten en mishandeling pleegkind in Delft
Den Haag, 25 september 2025

De rechtbank Den Haag heeft een vrouw en man (allebei 49 jaar oud) veroordeeld voor het uitbuiten en mishandelen van een pleegkind (20 jaar oud) met een verstandelijke beperking. Het slachtoffer woonde sinds november 2022 bij de vrouwelijke verdachte in Delft. De mannelijke verdachte kwam op een gegeven moment bij het gezin wonen. De vrouwelijke verdachte krijgt een celstraf opgelegd van 30 maanden waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 5 jaar. De mannelijke verdachte krijgt een celstraf opgelegd van 36 maanden. 

Pleegkind

Het slachtoffer heeft een verstandelijk beperking, een laag IQ en lijdt aan epileptische aanvallen. Vanaf kleins af aan woonde ze als pleegkind bij de moeder van de vrouwelijke verdachte. Toen die moeder overleed, werd het slachtoffer ondergebracht bij de vrouwelijke verdachte die zelf al twee jonge biologische kinderen had. In 2023 kreeg de vrouwelijke verdachte een liefdesrelatie met de mannelijke medeverdachte en op een gegeven moment kwam hij bij het gezin wonen. Vanaf december 2023 heeft Veilig Thuis zeven zorgmeldingen ontvangen over het slachtoffer vanuit diverse instanties. In mei 2024 is het slachtoffer medisch onderzocht en met spoed uit huis geplaatst. Bij dat onderzoek zijn diverse letsels waargenomen.

De verklaringen die het slachtoffer heeft afgelegd, vindt de rechtbank op essentiële punten betrouwbaar. Deze verklaringen worden bovendien ondersteund door diverse getuigen. 

Werkzaamheden en mishandeling

Uit de bewijsmiddelen blijkt dat het slachtoffer op structurele basis een groot deel van de huishoudelijke taken moest verrichten zoals wassen, schoonmaken en opruimen zonder daarvoor betaald te krijgen. De biologische kinderen van de vrouwelijke verdachte kregen dergelijke taken niet opgedragen. Deze werkzaamheden gingen in hun aard en intensiteit verder dan een normale bijdrage die van een gezinslid verwacht mag worden. Als ze haar opdrachten niet snel of goed genoeg uitvoerde, werd ze gestraft. Dit bestond onder meer uit lijfstraffen (slaan en schoppen), geen eten krijgen en constant moeten blijven staan. Daarnaast werd ze verbaal vernederd en werden haar haren op grove wijze afgeknipt. Op het lichaam van het slachtoffer zijn brandende sigaretten uitgedrukt. In de woning mocht ze niet gaan en zitten waar ze wilde. Verschillende getuigen hebben het slachtoffer horen roepen om hulp. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat beide verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan uitbuiting, mishandeling en benadeling van de gezondheid van een verstandelijk beperkt pleegkind. Het is de rechtbank duidelijk dat de vrouwelijke verdachte in een zware periode zat ten tijde van de gepleegde feiten. Haar moeder was overleden, zij nam de zorg van het slachtoffer op zich en haar partner bleek ongeneeslijk ziek. Dit legde begrijpelijkerwijs een grote druk op het gezin. Maar die druk was niet van dien aard dat de vrouwelijke verdachte daar geen weerstand tegen kon bieden. De rechtbank oordeelt dan ook dat er geen sprake was van psychische overmacht.

De rechtbank rekent het de verdachten aan dat zij schaamteloos misbruik hebben gemaakt van de kwetsbaarheid van het slachtoffer. Tekenend voor dit gedrag vindt de rechtbank niet alleen de kleinerende en agressieve wijze van aanspreken van het slachtoffer, maar ook het geweld dat de verdachten meenden te mogen gebruiken als ze niet deed wat zij wilden. De verdachten hebben door hun handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer. Het slachtoffer is een kwetsbare jonge vrouw die juist liefde, steun, begeleiding en zorg nodig heeft.

De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat de vrouwelijke verdachte geen strafblad heeft. De mannelijke verdachte is in het verleden diverse malen veroordeeld voor geweldsmisdrijven waarvoor hij langere tijd vast heeft gezeten. De rechtbank vindt (deels voorwaardelijke) celstraffen passend en geboden. Daarnaast mogen de verdachten vijf jaar geen contact met het slachtoffer hebben en moeten zij haar een schadevergoeding betalen van ruim 6.000 euro. 

Uitspraken