De verdachte heeft tijdens de zitting verklaard dat hij vuurwerk heeft gekocht en dat hij op verzoek vuurwerk met tape aan elkaar heeft geplakt en vervolgens verkocht. Het ging om vuurwerkbommen die bestonden uit een combinatie van Cobra's en een vorm van brandstof. Volgens deskundigen konden deze bommen zwaar lichamelijk letsel veroorzaken of zelfs levensgevaarlijk zijn.
Een van de bommen die de verdachte heeft gemaakt, moest worden gebruikt op 20 februari 2024. Een jongen is toen in zijn auto aangehouden nadat hij op de Juliana van Stolberglaan in Den Haag had geprobeerd de vuurwerkbom tot ontploffing te brengen. In de auto werd een telefoon aangetroffen die van de verdachte bleek te zijn. De verdachte heeft later bekend dat hij de vuurwerkbom had gemaakt.
Een andere bom die de verdachte heeft gemaakt, moest op 27 februari 2024 worden gebruikt bij dezelfde woning aan de Juliana van Stolberglaan. Twee jongens probeerden de bom tot ontploffing te brengen, maar slaagden daar niet in. Onder meer op basis van telefoongegevens van een van de jongens, concludeert de rechtbank dat de verdachte een coördinerende rol heeft gespeeld bij deze poging. Niet alleen heeft hij de bom gemaakt, ook heeft hij de twee jongens die de bom moesten leggen naar de plaats delict vervoerd en hen instructies via Snapchat gegeven. Hij vertelde de twee wat er van hen werd verwacht, sprak ze in de auto toe over wat zij moesten doen en hield vervolgens voortdurend contact tijdens het plegen van het delict.