Wel moet de minister de gegevens over 2023 waar Omroep Gelderland op 31 januari 2024 om heeft gevraagd verstrekken, oordeelt de rechter. De beslissing van de minister van 2 juli 2024 om deze informatie openbaar te maken was al een jaar onherroepelijk en het besluit van de minister van 8 augustus 2025 om die openbaarmakingsbeslissing in te trekken, is door de voorzieningenrechter in Gelderland op 20 augustus 2025 geschorst. Dit betekent dat dat het openbaarmakingsbesluit geldt, rechtskracht heeft en dat de minister volgens de wet deze informatie moet verstrekken. De minister ontkent dat niet maar wil de uitspraak in de andere drie zaken van de Raad van State afwachten en ook een aantal weken om de betrokken agrariërs te informeren.
Daarin gaat de rechter niet mee. Daarbij weegt mee dat openbaarmaking van de gevraagde emissiegegevens op grond van de Woo verplicht is en op geen enkele grond kan worden geweigerd, dat ervan uit moet worden gegaan dat de minister de agrariërs al ruim een jaar geleden van de voorgenomen openbaarmaking op de hoogte heeft gesteld en dat dit besluit al een jaar formele rechtskracht had en de minister er al die tijd geen uitvoering aan heeft gegeven. Tegen die achtergrond weegt het belang van de journalisten bij verstrekking van de emissiegegevens zwaarder. Dit belang bestaat erin dat mede met het oog op de komende verkiezingen in oktober het publiek moet kunnen worden geïnformeerd over de effectiviteit van het stikstofbeleid.
De rechter oordeelt dat de minister de gevraagde informatie binnen 14 dagen na betekening van deze uitspraak aan Omroep Gelderland moet verstrekken op straffe van een dwangsom van 50.000 euro per dag, met een maximum van 1 miljoen euro. De rechter legt de dwangsom op omdat de minister al een jaar nalaat de gegevens te verstrekken, terwijl zij daartoe op grond van de wet wel gehouden is en omdat uit de namens de minister gedane uitlatingen ter zitting niet kan worden afgeleid dat zij vrijwillig binnen de gestelde termijn aan het vonnis zal voldoen.