De vrouw heeft op 24 februari 2023 in Den Haag haar baby van twee weken oud uit het raam van de tweede verdieping naar beneden gegooid. Het jongetje is twee weken later in het ziekenhuis overleden door het zware hersenletsel dat hij door de val heeft opgelopen.
De vraag waarvoor de rechtbank zich gesteld ziet is of de vrouw haar zoontje opzettelijk om het leven heeft gebracht. De vrouw lijdt aan een depressie met psychotische kenmerken als gevolg van een bipolaire stoornis. Zij heeft verklaard dat zij die ochtend een stem in haar hoofd hoorde die zei dat zij haar zoontje moest doden. Deskundigen hebben vastgesteld dat de vrouw handelde door deze hallucinatie.
Uit de handelingen die de vrouw heeft moeten verrichten om haar baby uit het raam te kunnen gooien en uit de uitlatingen die de vrouw deed kort nadat zij dat had gedaan, leidt de rechtbank af dat zij wel enig besef had van wat zij deed en van wat de gevolgen daarvan zouden zijn. Daarom oordeelt de rechtbank dat zij het opzettelijk heeft gedaan.
Uit de aard van de handeling van het naar buiten gooien van de baby vanaf een hoogte van bijna acht meter, leidt de rechtbank af dat zij ook de bedoeling heeft gehad haar baby te doden. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat zij zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag op haar kind.