Direct naar inhoud Direct naar zoekformulier
Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.
De Rechtbank in Den Haag heeft een schadevergoeding van € 5.000 toegekend aan een man die in 1947, tijdens Nederlandse gevangenschap op Java, Indonesië, met een stok op zijn hoofd is geslagen. Ook is een sigaret op zijn hoofd uitgedrukt.
Eerder had de rechtbank het beroep op verjaring van de Staat verworpen en aan de inmiddels in 2017 overleden man een bewijsopdracht gegeven. De rechtbank heeft hem vorig jaar via Skype als getuige gehoord. De rechtbank oordeelt dat hij erin is geslaagd te bewijzen dat hij is geslagen en een brandwond heeft opgelopen. Zijn verklaring wordt ondersteund door foto’s van letsel en een litteken op zijn hoofd en het rapport van de door de rechtbank benoemde forensisch deskundige.
De rechtbank acht niet bewezen dat de man is geëlektrocuteerd en dat hem water is toegediend, waarna op zijn buik is gesprongen zodat hij het water moest uitbraken. De rechtbank vindt de verklaring van de man hierover consistent en betrouwbaar en acht het heel wel mogelijk dat dit ook is gebeurd. Hier is echter onvoldoende steunbewijs voor.
De Staat is aansprakelijk en schadeplichtig op grond van onrechtmatige daad. Dit is een civielrechtelijke kwalificatie naar Nederlands recht. Dit zegt niets over de kwalificatie van de gestelde feiten op grond van enige verdrags- of strafbepaling.