De rechtbank heeft slechts een deel van de vorderingen
toegewezen. De stichting Donorkind eiste bijvoorbeeld ook dat de donor publiekelijk geen liefdes- en relatieadviezen mag geven. Ook zou hij zich niet meer mogen uitlaten over het bezoeken aan tandartsen en dokters, zijn wantrouwen in de evolutietheorie, over traditioneel leven en over voeding. De rechter gaat daar niet in mee. Op de vrijheid van meningsuiting die de donor toekomt kunnen uitzonderingen worden gemaakt. Daarmee moet terughoudend worden omgegaan; het gaat om een fundamenteel recht. Van dit soort uitlatingen kan worden gezegd dat ze soms onorthodox of bizar zijn. Maar deze uitlatingen zijn niet onrechtmatig tegenover de donorkinderen en ouders omdat ze niet specifiek gaan over de verhouding tussen de spermadonor en die kinderen en ouders.