Op bevel van het Hof Den Haag heeft de Staat dit jaar een vierde gratieverzoek van eiser versneld behandeld. Voorafgaand aan zijn beslissing heeft de minister adviezen ingewonnen bij het Openbaar Ministerie (OM) en de strafrechter die eiser destijds tot levenslang had veroordeeld. Het OM adviseerde negatief, maar de strafrechter adviseerde de minister het gratieverzoek toe te wijzen. Hoewel het (positieve) advies van de strafrechter ‘leidend’ is, heeft de minister het verzoek toch afgewezen. De minister kan het advies van de strafrechter alleen naast zich neergeleggen als er feiten en omstandigheden zijn die de strafrechter niet in zijn advies heeft meegenomen. De minister interpreteerde een rapportage over eiser anders dan de strafrechter en wees het verzoek daarom af. Dat stond de minister niet vrij.