Laden...

Staat niet aansprakelijk voor schade neergeschoten curator

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Staat niet aansprakelijk voor schade neergeschoten curator
Den Haag, 04 juni 2025

De Nederlandse Staat heeft niet onrechtmatig gehandeld tegenover een curator die in november 2019 door criminelen is neergeschoten. De Staat hoeft geen schadevergoeding te betalen. Dat volgt uit een uitspraak van de rechtbank Den Haag in een bodemprocedure van de curator tegen de Staat. De curator vindt dat de politie en het Openbaar Ministerie hem niet genoeg hebben beschermd, maar de rechtbank oordeelt dat de Staat niet aansprakelijk is. 

Geschil

In november 2019 is de curator tijdens het uitlaten van zijn hond vlakbij zijn woning neergeschoten. Hij heeft deze aanslag overleefd door snel optreden van buren, maar hij heeft wel ernstig en deels blijvend letsel opgelopen. Twee verdachten werden opgepakt en veroordeeld voor poging tot moord. De curator vindt dat de politie en het Openbaar Ministerie niet adequaat hebben gehandeld en dat de aanslag op zijn leven voorkomen had kunnen worden.

De curator wijst erop dat hij eerder in 2019 werd bedreigd en dat er verschillende signalen waren dat zijn leven in gevaar was vanwege zijn optreden in het kader van de afwikkeling van het faillissement van een sportschool. De curator deed begin 2019 aangifte van onder meer bedreiging door de sportschoolhouder en eind april 2019 kreeg de politie informatie van de criminele inlichtingendienst dat de curator gevaar liep. De sportschoolhouder was in een eerder onderzoek in verband gebracht met onder meer wapenbezit. Daarvoor is hij later ook veroordeeld. Naar aanleiding van de dreigingsmelding hebben de politie en het Openbaar Ministerie bepaalde maatregelen ten behoeve van de curator genomen maar hij werd niet persoonlijk beveiligd. De curator stelt dat hij in de zomer 2019 werd gevolgd en dat hij dat ook bij de politie heeft gemeld. Verder vindt hij dat ook de beschieting van de sportschool in oktober 2019 aanleiding had moeten zijn om hem te beveiligen. 

De Staat vindt dat er destijds geen aanleiding was om anders te handelen. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de politie en het Openbaar Ministerie gelet op de destijds beschikbare informatie adequaat hebben gehandeld. Hoewel er kanttekeningen kunnen worden geplaatst bij de dreigingsinschatting van de autoriteiten in mei 2019 dat de sportschoolhouder niet (vuur)wapengevaarlijk zou zijn, is toen niet gebleken dat de sportschoolhouder daadwerkelijk geweld had gepleegd of had doen plegen.

Maar ook als de rechtbank met de curator zou vinden dat het risico in mei 2019 te laag is ingeschat en de Staat toen zwaardere maatregelen had moeten nemen, is het de vraag of er dan op het moment van de aanslag, in november 2019, nog steeds zodanig strenge maatregelen van kracht zouden zijn geweest dat de aanslag niet zou zijn gepleegd. Een zodanig langdurig en hoog beveiligingsniveau zou alleen vereist zijn als er tussen mei en november 2019 signalen waren binnengekomen dat het risico op levensbedreigend geweld richting de curator reëel bleef. Dat die signalen zijn binnengekomen, is niet vast komen te staan.

De rechtbank oordeelt daarom dat de Staat niet aansprakelijk is voor de geleden schade en wijst de vorderingen van de curator af.

Uitspraken