De man was eigenaar van een onderneming in de wegenbouw en deed zaken met de twee ambtenaren. Ruim vier jaar lang heeft hij aan hen allerlei giften gedaan, van de aanleg van een tuin ter waarde van ruim een ton, daarnaast giften van tienduizenden euro’s aan contanten tot lunches in een restaurant en kaarten voor voetbalwedstrijden. In ruil daarvoor heeft een van deze ambtenaren de ondernemer informatie doorgegeven over biedingen van concurrerende ondernemingen in lopende gemeentelijke aanbestedingsprocedures. Op deze manier kon hij met zijn onderneming eenvoudig de laagste bieding doen. De andere ambtenaar stond toe dat de ondernemer meer uren in rekening bracht bij de gemeente dan daadwerkelijk door zijn onderneming waren gewerkt.

De ondernemer heeft op de zitting de feiten grotendeels bekend en de rechtbank vindt dat hiervoor voldoende bewijs in het dossier aanwezig is. Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank in het voordeel van de man meegewogen dat hij zijn medewerking heeft verleend aan het onderzoek, dat hij bezig is zijn onderneming over te dragen, dat de zaak te lang heeft geduurd en nu mede dankzij hem voortvarend kan worden afgedaan en dat de man meewerkt aan schadevergoeding van de gemeente. Ook heeft de rechtbank gekeken naar de straffen in vergelijkbare zaken. De rechtbank is tot de conclusie gekomen dat de straffen die de officier van justitie en de verdediging zijn overeengekomen in een redelijke verhouding staan tot de ernst van de zaak.