Laden...

Taakstraf pakketbezorger na dodelijk verkeersongeluk Lisse

Dit is een afdruk van een pagina op Rechtspraak.nl. Kijk voor de meest actuele informatie op Rechtspraak.nl (http://www.rechtspraak.nl). Deze pagina is geprint op 01-01-1970.

Skip Navigation LinksRechtbank Den Haag > Nieuws > Taakstraf pakketbezorger na dodelijk verkeersongeluk Lisse
Den Haag, 13 mei 2024

De rechtbank Den Haag heeft een 46-jarige pakketbezorger veroordeeld voor het veroorzaken van een dodelijk verkeersongeluk in Lisse. Dat gebeurde op 13 oktober 2022. De rechtbank weegt bij het bepalen van de straf mee dat op initiatief van de verdachte een mediationgesprek met de nabestaanden heeft plaatsgevonden en dat dit heeft geholpen bij de rouwverwerking. De rechtbank legt een taakstraf van 170 uur op en een voorwaardelijke rijontzegging van een jaar. 

Ongeluk

Op de bewuste dag was de verdachte bij een appartementencomplex in Lisse om een pakketje af te leveren. Op deze regenachtige dag parkeerde zijn bestelauto met de neus richting de hoofdingang van het complex. Nadat hij zijn pakketje had afgeleverd, ging hij terug. Hij reed met zijn bestelauto ongeveer 50 meter achteruit in de richting van een parkeerterrein. Op dat moment stak het slachtoffer van het trottoir over naar het parkeerterrein. Het slachtoffer kwam ten val en werd overreden door de bestelauto. Ze is ter plaatse aan haar hoofdletsel overleden.

De verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij het slachtoffer niet heeft gezien, dat hij bij het achteruitrijden in beide spiegels heeft gekeken en dat hij zachtjes reed. 

Procedure

Na de eerste behandeling, in januari van dit jaar, hebben de nabestaanden in een brief hun reactie gegeven. Om recht te doen aan hun positie heeft de rechtbank toen geen uitspraak over de zaak gedaan, maar de zitting heropend. Op 1 mei is de zaak verder behandeld en hebben de nabestaanden het woord gevoerd. 

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de verdachte tijdens het uitvoeren van een bijzondere manoeuvre, namelijk achteruit rijden, geen voorrang heeft verleend aan het slachtoffer dat op dat moment de weg overstak en zich achter zijn bestelauto bevond. Dit is een ernstige verkeersfout. Vanwege de omstandigheden ter plaatse, een smalle terugrit op een parkeerplaats bij een appartementencomplex, van enkele tientallen meters,  en de beregende buitenspiegels, had de verdachte voorzichtig moeten zijn. Dat was hij niet. Deze manier van rijden kostte het slachtoffer haar leven. Het rijgedrag was aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag. Daarom heeft de verdachte schuld aan het ongeval. Het leed dat de verdachte de nabestaanden heeft aangedaan is groot en hun verlies is ingrijpend.

Op initiatief van de verdachte heeft een mediationgesprek plaatsgevonden met de zoon en de tante van het slachtoffer. Uit de verklaring van de zoon van het slachtoffer bleek dat dit gesprek hem en zijn tante goed hebben gedaan. Het gesprek heeft bijgedragen aan hun rouwverwerking. De nabestaanden hebben voorgesteld dat de verdachte geen straf meer hoeft te krijgen. De rechtbank oordeelt dat deze zaak vanwege de ernst van het feit en het strafdoel van vergelding niet zonder straf kan worden afgedaan, zoals de nabestaanden wel hebben geopperd. Bij de bepaling van de straf is echter nadrukkelijk rekening gehouden met de uitkomst van het mediationgesprek.

De rechtbank acht een taakstraf van 170 uur passend en geboden. Daarnaast krijgt de verdachte een voorwaardelijke rijontzegging van een jaar met een proeftijd van 2 jaar. Dat hij inmiddels zijn groot rijbewijs aan het halen is, is voor de rechtbank extra reden om het belang van voorzichtigheid in het verkeer te onderstrepen.

Uitspraken