De man plaatste de tweets als een reactie op berichten over het conflict tussen Israël en de Palestijnen. Volgens de man waren zijn berichten smeekbedes gericht aan Allah en was het niet zijn bedoeling om anderen aan te zetten tot het plegen van strafbare feiten. Gezien de context waarin de berichten zijn geplaatst, kunnen deze volgens de rechtbank niet alleen als een smeekbede aan Allah worden opgevat.

Het woord ‘vernietigen’ is concreet gericht op geweld en de berichten kunnen in deze context worden opgevat als een aanmoediging tot het gebruiken van geweld tegen de genoemde groep mensen. Door de berichten te plaatsen op een openbaar Twitteraccount heeft hij volgens de rechtbank bewust de kans aanvaard dat anderen zijn berichten ook zo zouden opvatten. Uit reacties op de Twitterberichten volgt ook dat meerdere mensen de uitlatingen als oproepen tot geweld hebben opgevat.

De man kan in dit geval geen beroep doen op het recht op vrijheid van meningsuiting. Berichten die oproepen tot geweld passen niet in een democratische samenleving en de vrijheid van meningsuiting mag daarom in dit geval worden beperkt.