De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot doodslag op de huisarts, een persoon die zich juist heeft bekommerd om de verdachte en hem op de bewuste dag de helpende hand heeft willen bieden. De verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en hem pijn en ernstig letsel toegebracht. Dit is in de vertrouwelijkheid van de behandelkamer gebeurd. Hij heeft ernstig geweld gebruikt dat tot de dood van de huisarts had kunnen leiden. Het slachtoffer zal zowel geestelijk als lichamelijk blijvend aan die ene dag worden herinnerd en het is maar zeer de vraag of hij ooit weer als huisarts aan het werk kan en wil. Omdat niet vast is komen te staan dat de man van tevoren het plan had om de huisarts te doden, is geen sprake van poging tot moord.
De psycholoog en psychiater schatten in dat de kans op herhaling groot is. Zij adviseren om een tbs-maatregel met dwangverpleging op te leggen. De rechtbank neemt deze conclusies over en legt deze maatregel op. Daarnaast moet de man het slachtoffer een vergoeding betalen van ongeveer 75.000 euro voor materiële en immateriële schade.