Op deze rolzitting kunnen partijen zich (schriftelijk) onder meer uitlaten over de getuigenverklaringen en de geluidsbanden. Verder beslist de rechtbank in dit tussenvonnis dat zij nu nog niet oordeelt over de toelaatbaarheid van het door de Staat op voorhand aan de advocaat van de getuigen verstrekken van de geluidsbanden. Evenmin beslist de rechtbank over de stelling van eisers dat een uit Den Haag overgekomen autoriteit tijdens een briefing van de mariniers aan de vooravond van de beëindiging zou hebben gezegd dat het de wens van de regering was, dat geen enkele gijzelnemer de beëindiging van de gijzeling zou overleven. Deze oordelen zijn immers niet of nauwelijks te geven zonder waardering van de verklaringen van de getuigen, waarover partijen zich nog niet hebben kunnen uitlaten.
Ten slotte beslist de rechtbank in dit tussenvonnis over twee door getuigen gevraagde schadeloosstellingen.